Naar aanleiding van wat gebeurtenissen lijkt het een goed idee om mijn beschrijving van de kruistocht tegen de katharen hier te publiceren. De katharen heb ik af en toe genoemd in mijn blogs waar de technieken, die de Rooms-katholieke Kerk gebruikte om haar geloof op de eerste plaats te krijgen, werden beschreven.
In Over de aanvang van de kruistocht heb ik de geschiedenis van de aanvang beschreven. In het blog Katholiek antisemitisme – twee recensies schreef ik:
Het antisemitisme is systemisch en niet iets van individuen.
Men mag zich verder ook nog realiseren dat de katholieke kerk soortgelijke technieken heeft toegepast op andere geloven en volken – Katharen, Waldensers, Maya’s, Inca’s – en daar genocide op heeft gepleegd.
En ja, soortgelijke techniek is ook toegepast op de islam. Ketters bij uitstek.
En kijk wat er nu gebeurt. De wereld is complex.
Er zijn mensen die deze gedachtesprong veel te ver vinden gaan, maar ik hou wel van de logica.
Of we er wat mee kunnen is een tweede.
In mijn blog La Chanson de la Croisade Albigeoise schreef ik op, waar de kruistocht, in haar verschrikking, bezongen werd en onlangs las ik de korte geschiedenis op het blog Fires of Faith – The Cathar Persecutions. In het laatste blog stond als afsluiting:
Sometimes, when I think back to the Cathar oppressions, I am brought to mind of the atrocities carried out in Raqqa and other cities held by Daesh. Certainly, many of the same methods, punishments and tortures are dished out by those monstrous zealots.
However, I’m just as much reminded of the hysteria and suspicion around Islam present in the West, and the strident calls for war, expulsions, and persecution. It seems all too easy for us to fall into the same horrific cycle of persecution and annihilations as the medieval French.
It seems trite to exhort the lessons of history as worth our consideration. but I can’t help but think of the ordinary men and women who walked down from Montsegur amongst the footage of any number of 21st horrors.
It seems some lessons just can’t be learned.
Nu in Syrië, na Deash, met behulp van de Russen op soortgelijke wijze huis wordt gehouden, maakt Mike Stuchbery het punt, dat ik nog wat impliciet liet. Er wordt een religie bestreden. Lees ook deze twee blogs van 5 maart (Apocalyptic Christianity in the State Department?) en 8 maart 2018 (The War on Terror as the Launching of an American Religious Crusade) op Alternet.
De strijd tegen de islam is christelijk, zeg maar katholiek. Hoewel de globale situatie ondoorzichtig complex is, is de lijn van de vervolging duidelijk christelijk, aangevangen door het westen en nu in Syrië met Rusland (Rusland is orthodox christelijk, de wortels zijn hetzelfde).
Mijn eigen beschrijving – die uit het boek – is ongetwijfeld wat onnauwkeurig, maar de parallel met de insteek van Stuchbery, drijft me toch om het fragment uit het boek, dat de kruistocht tegen de katharen beschrijft, hier nogmaals te publiceren. Ook vandaag de dag wordt onderdrukt, gemarteld en voordeel behaald (denk bv aan Blackwater) door met name de christelijke wereld.
De kruistocht tegen de katharen
Dan is er ook nog de vergeten kruistocht. De kruistocht tegen de katharen. De Albigenzer kruistocht. Het is een kruistocht in het eigen land.
In 1207 wil paus Innocentius III, de naam op zich is al een gotspe, een kruistocht beginnen tegen de christenen in het zuiden van wat nu Frankrijk is. De omgeving van Toulouse, Albi, Carcassonne. Hij ziet hun geloofsbeleving als een ketterij. Dit zuiden was op dat moment nog onafhankelijk van Frankrijk. Er was een vorm van burgervertegenwoordiging en de Romeinse wijze van besturen was nog niet helemaal verdwenen. De christenen waren de katharen [1].
Koning Philips-August heeft hier weinig zin in. Waarschijnlijk omdat hij geldgebrek heeft, met andere oorlogen bezig is en waarschijnlijk ook omdat Raymond VI van Toulouse familie van hem is. Als Innocentius doordramt geeft hij uiteindelijk zijn toestemming zodat de Franse baronnen mee kunnen doen, maar dan moet de paus het zelf maar organiseren. De verzoekbrief van Innocentius uit 1207 is er een van wederom opruiende taal over ‘monsterlijk gebroed’ en ‘een verfoeilijke reeks misdadigers’ als de christenen van Zuid-Frankrijk ter sprake komen. Er lijkt geen rationele reden te zijn. Maar er is een probleem. De katharen zijn georganiseerd en hebben een eigen, goed georganiseerde, Kerk. En dat zint noch de paus noch, uiteindelijk, de koning. Het is een staatsgevaar dat als religieus probleem wordt aangepakt.
Innocentius krijgt de zaak op gang na veel gekonkel en verdraaien van feiten. Twee leugens zijn het schokkendst:
- Er wordt ontkend dat de katharen christenen zijn die zoeken naar de basis van het geloof. Ze worden als een slecht, beestachtig volk neergezet.
- De Katharen worden voorgesteld als een gewelddadig en moordlustig volk terwijl ze streng pacifistisch zijn.
Daarnaast overtreedt de Kerk haar eigen beleid. Geen christelijke oorlogen meer. Dan is het makkelijk wanneer je je tegenstander als niet-christen neerzet. Om de oorlog te kunnen beginnen was het noodzakelijk de katharen als niet-christen neer te zetten.
Raymond VI, graaf van Toulouse en Raymond Trencavel, burggraaf van Béziers en Carcassonne zijn de beschermheren van de katharen, dat wil zeggen het zijn hun onderdanen. Na een onderhoud met Raymond VI wordt dan op 15 januari 1208 de legaat van de paus vermoord. De paus beschuldigt Raymond, wat een onwaarschijnlijke beschuldiging is. Het lijkt meer een door de Kerk uitgelokte moord, wie weet wel door de Kerk zelf gepleegd, om een reden te creëren aan te vallen. De paus roept op tot kruisvaart en biedt in zijn bul deelnemende edelen de landerijen van de ketters aan om te nemen. Hij zet een leger op dat bestaat uit Franse baronnen en de abt van Cîteaux, Arnaud-Amaury, is de algemeen aanvoerder. In 1209 is het zover.
Béziers wil geen katharen uitleveren en wordt het eerste slachtoffer. De stad wordt belegerd en Béziers valt. Het is een bloedbad. Katholieken en katharen worden gelijkelijk afgemaakt door de kruisvaarders troepen. Ongeveer 20.000. Een klein Jeruzalem.
Arnaud-Amaury zou hebben gezegd: Doodt ze allen, God zal de zijnen wel herkennen [2]. Het zal wel verzonnen zijn. Of toch niet? Het past wel in de katholieke traditie van de verheerlijking van de dood. Wat heeft men tegen de oorlog? Dat mensen die toch eenmaal sterven moeten, daarbij omkomen [3]? Levensverachting.
Alle verdere steden en dorpen worden verlaten en vallen zonder slag of stoot in handen van het leger van de Kerk. Carcassonne biedt weerstand, maar valt ook. Hier wordt geen slachting aangericht.
Er wordt een nieuwe hoofdaanvoerder gezocht en dat wordt Simon de Montfort die zijn kans schoon ziet wat bij te verdienen. Simon was onterfd van zijn ooms landerijen in Leicester door koning John I (Jan Zonder Land) van Engeland in 1207. Hij was een kleine heer in de Chevreuse vallei in Frankrijk (Ile-de-France). Hij kon wel wat land gebruiken en gaat de rest van de steden, dorpen en burchten innemen. Het loopt niet soepel maar dan, een jaar na Béziers, wint hij Minerve. Honderdveertig katharen op de brandstapel. En zo gaat het verder, gelardeerd met monsterachtige handelingen van met name de kerkpartij. Favoriet is het verminken van gevangenen, neus en oren eraf en die dan ter waarschuwing naar de vijand sturen. Op weg naar Toulouse wordt Lavaur, een leen van Raymond VI, belegerd. De burcht valt en ruim 400 katharen gaan op de brandstapel. Het is de grootste ooit. De burchtvrouwe wordt levend in de put gegooid die dan met stenen wordt gedempt.
Simon de Montfort maakt er een echte veroveringsoorlog van en de heersers in het gebied zoeken Pedro van Aragon als hulp. Pedro van Aragon verleent nu, als katholieke koning, steun aan de katharen. Of beter gezegd aan de vorsten uit het gebied die hun onderdanen proberen te beschermen en hun gebied proberen te behouden. Veel maakt het niet uit. In de slag bij Muret sneuvelt Pedro en daarmee de steun aan de Occitanen.
Omdat Simon nu toch veel heeft gewonnen en Raymond VI in de hoek gedrukt zit komt er een regeling. Feitelijk heeft Simon de Montfort alle feodale verhoudingen weggedrukt en dat wordt ook gevalideerd op het 4e Lateraans concilie in 1215. Door de Kerk dus.
Hij heeft gewoon landje pik gespeeld onder het mom van God. Met Simon als vazal van de Franse koning is Toulouse nu dus leen van de koning van Frankrijk. Het graafschap Toulouse is dichter bij de Franse kroon gekomen. De koning van Frankrijk staat er bij en kijkt er naar. Hij heeft zich er wel even mee bemoeid in de zin dat zijn zoon Lodewijk met Simon in Toulouse is geweest. Het is een erkenning van Simon de Montfort en zijn veroveringen.
Als Raymond VI terugkomt uit Rome, komt hij langs Avignon en ontvangt daar onmiskenbaar steun. Er groeit Provençaals verzet tegen de nieuwe leenheer Simon de Montfort die teveel een Noord-Franse heer is. Daar houden ze niet van in de Provence en de Languedoc. Uiteindelijk eindigt het bij een slag om Toulouse. Simon de Montfort sneuvelt. Het is 25 juni 1218. Feitelijk wint Raymond VI heel het gebied terug met steun van al zijn oude vazallen. Maar nu kan de koning van Frankrijk niet meer toekijken.
Hij was al in Toulouse geweest, had Simon de Montfort geaccepteerd en de paus had een en ander bevestigd. Nu, in 1219, komt Lodewijk weer met een leger. Maar groter. Een Frans kruisvaardersleger dat nog bezig was met de belegering van Marmand krijgt hulp. Marmand valt. Het is een tweede Béziers en het leger gaat weer naar Toulouse en belegert. Lodewijk heft op 1 augustus de belegering op en gaat weer naar het noorden. Zijn quarantaine [4] zit er op. Het is een vreemde stap want eigenlijk geeft de Franse koning het gebied zo terug aan de oorspronkelijke graaf van Toulouse, Raymond VI.
Raymond VI sterft in 1222. Zijn zoon, Raymond VII, gaat door. De herovering door de Occitanen gaat verder en Amaury de Montfort, broer van Simon en nu de eigenaar van Toulouse, wil er van af. Hij biedt het gebied aan de Franse koning aan. Die kan kiezen. Of Raymond als vazal nemen en ruzie met de paus maken of het gebied in eigendom nemen en op eigen kosten het gebied weer onderwerpen en de katharen verwijderen, dat wil zeggen verbranden. Philips-August reageert niet. Hij sterft 14 juli 1223.
Dan is het Rome duidelijk. Het is niet houdbaar de kruistocht is een mislukking. Zoals de meeste kruistochten trouwens vreemd genoeg. Tenzij de slachtingen als doel en succes worden gezien. Op 14 januari 1224 wordt een verdrag gesloten tussen Amaury de Montfort en de nieuwe jonge graven van Toulouse en Foix met als kern van de zaak dat Amaury een vrede tussen Toulouse en Foix en de Kerk moet bewerkstelligen.
De situatie in Parijs is echter veranderd en de Franse koning reageert nu wel op de vraag van de paus of de kruistocht tegen de katharen nieuw leven ingeblazen kan worden. Na veel gekonkel van de paus, die niet aan alle eisen van de Franse koning wil voldoen, gaat Lodewijk VIII op pad naar het zuiden. Hij wil de landwinst die hem door Simon de Montfort in de schoot was geworpen blijkbaar niet teruggeven aan Raymond VII, zoals onder zijn vader leek te gebeuren. Het gaat uiteindelijk allemaal om feodale rechten en allang niet meer om de katharen. Of wellicht – waarschijnlijk – zijn de katharen het argument om de koning van Frankrijk aan gebiedsuitbreiding van het koninkrijk te helpen. Ze worden gewoon gebruikt. Het proces heeft zijn eigen dynamiek gekregen.
Het Franse leger komt eraan, maar moet bij Avignon halt houden. Avignon is een leen van de Duitse Keizer en die mag hij niet voor het hoofd stoten met een gewelddadige inname. Hij belegert de stad. Maanden duurt het. Pas in september kan hij verder. Hij beseft dan dat hij Toulouse voor de winter niet meer kan nemen. Hij draagt bij Albi het bevel over en gaat terug. Een reis die hij niet overleeft. Hij is ziek, zwak en misselijk en overlijdt 8 november aan uitputting. Zijn opvolger is pas twaalf. Eind van de kruistocht zou je denken. De Occitanen beginnen meteen weer te vechten tegen de overgebleven delen van het koninklijk leger. Het lijkt een verloren zaak voor de Franse koning.
Maar dan bemoeit Blanche van Castilië [5], de regentes, moeder van de twaalfjarige, zich er mee. Er komt een verdrag en in 1229 is de kruistocht echt ten einde. Raymond is veel van zijn gebied kwijt, heeft zijn dochter af moeten staan aan het Franse hof en is feitelijk geruïneerd en belazerd. Als extra moet hij een pelgrimage naar Parijs ondernemen waar hij een geseling moet ondergaan en vernederd wordt. Zijn dochter en erfgename trouwt met Alphonse, broer van Lodewijk IX. Als zij overlijdt is het gebeurd met het graafschap Toulouse. Het vervalt aan het koninkrijk Frankrijk. Handig gespeeld van de koning.
Het probleem is echter niet uit de wereld. Er blijft verzet in het gebied. Het kathaarse geloof en verzet tegen de Franse koning vermengt zich. Uit de onrust die aldus ontstaat besluit de paus dat het kathaarse probleem een definitieve oplossing behoeft. Waar kennen we dat van?
De inquisitie wordt opgericht.
De bisschoppelijke hoofdzetel van de katharen wordt dan naar Montségur gebracht. Men realiseert zich dat er iets gaat gebeuren en het wordt versterkt. Het is niet alleen een religieus verzet dat zich daar concentreert, maar het is ook verzet tegen de Franse koning. Een verzet dat niet onlogisch is, gezien al het geweld van vijftien tot vijfendertig jaar ervoor. Het wordt Montségur uiteindelijk fataal. Als in 1242 twee inquisiteurs en hun gezellen worden vermoord en beroofd, is de beer los. De bevolking roert zich. Raymond VII trekt op tegen de koning, maar zijn plannen blijken niet te werken en hij moet weer vrede sluiten. Nu zijn er helaas wel twee dode inquisiteurs en de schuldigen moeten gevonden worden. Als Raymond VII ook weer vrede met de Kerk heeft gesloten, blijft er maar een ding over: de vernietiging van Montségur. Maar nu doet het Franse koninklijke leger dat. In mei 1243 begint de belegering. Op 16 maart 1244 valt Montségur na twee weken onderhandelingen en gevechtspauze. Iedereen wordt verhoord door de inquisitie. De katharen die er nog zijn worden levend verbrand op een grote brandstapel. Tweehonderd tot tweehonderdtwintig mannen en vrouwen. Het is het raadsel van de katharen. Waarom doen tweehonderd mannen en vrouwen zich bewust dit lot aan?
In 1255 valt dan nog Quéribus en in 1321 gaat volgens de analen de laatste kathaar de brandstapel op. Het is voorbij. De kruistocht tegen de Waldensers en de heksenjachten moeten nog komen. Voorlopig stopt het niet.
Het verhaal van de kruistocht tegen de Albigenzers is er voornamelijk een van een feodaal een-tweetje tussen paus en Franse koning. Met het graafschap Toulouse als verliezer. Uiteindelijk lijkt de kruistocht als kruistocht op te houden te bestaan en gaat verder als een feodale veroveringsoorlog. Het is verhelderend om te zien hoe de Kerk zich boven de koning stelt, het feodale eigendom van het land aan de veroveraars gunt en de koning die het accepteert. De macht wordt gegeven door God.
Het is de vermenging van het geloof met de feodale rechten en plichten en de inmenging van de Kerk die het zo krankzinnig maakt. Het is het afslachten van het eigen volk.
Béziers, Montségur.
Het zijn de leugens en het maken van angst. Het toont het feodale systeem. Het is het verhaal van de graven van Toulouse die het afleggen tegen de gevechten en de manipulaties.
Het is bovenal het verhaal van de Kerk die zich bemoeit met van alles en nog wat. Van de koningen die steeds voor die Kerk gaan lopen. De macht wordt gegeven door God. De oorlog wordt gecreëerd onder druk van de Kerk, die in eerste instantie de zaak zelf organiseert. De koning loopt uiteindelijk mee. Hij krijgt ook land erbij.
De ene hand wast de andere.
[1] Van het Griekse woord Katharos dat zuiver betekent.
[2] Philip Schaff, History of the Christian Church, V-10, voetnoot 1105, (Oak Harbor, WA: Logos Research Systems, Inc.) 1997. Internet editie. De volledige voetnoot wordt hier weergegeven.
Caedite eos, novit enim dominus qui sunt ejus, Caesar of Heisterbach, V. 21; Strange ed., I. 302. And so Caesar adds, “an innumerable multitude were killed in that city.” Hurter speaks of the “unbridled frenzy” of the troops, zügellose Wuth, II. 331. Describing other scenes of carnage during the crusade he uses such expressions as “horrible butchery,”furchtbarer Gemetzel, “heartrending barbarities,”empoerende Graeuel, pp. 420, 423, 427, etc. He expresses the charitable hope that the abbot of Citeaux did not say what was ascribed to him by so good and churchly a witness as Caesar of Heisterbach. Brischar, in Wetzer-Welte, I. 434, speaks with horror of the barbarities of Simon’s troops.
[3] Toegeschreven aan Augustinus in zijn kerkleer. Niet geverifieerd. [NB: in 2014 heb ik hier een blog aan gewijd]
[4] Quarantaine is het begrip uit de katholieke kerk dat de verlaging van de straf voor zonde (van de tijd in het vagevuur) aangeeft. Innocentius III had, in de 13e eeuw, de periode van strafbeperking die kon worden ontvangen vastgesteld op 40 dagen. In 1903 heeft Pius X vastgesteld dat kardinalen, aartsbisschoppen en bisschoppen respectievelijk 200, 100 en 50 dagen mogen weggeven. Lodewijk heeft dus geen reden meer te vechten, hij kan huiswaarts!
[5] Blanche van Castilië is overigens kleindochter van Henri II en Aliénor van Aquitanië (zie o.a. mijn Tweede Reis)en is nog door Aliénor zelf gekoppeld aan Lodewijk VIII. Dat was rond 1200 en Aliénor was toen dus al tegen de tachtig jaar oud toen ze daarvoor naar Spanje moest reizen.